Bijna niemand kan deze pakkende combinatie weerstaan van bruinrood blad en donker-roze bloemen. Tot diep in het najaar blijven de bloemen komen. Maar dan zou je ze eigenlijk beter niet planten. Weer en wind kan hun levenskaars danig doen dansen. Het geheim is: winterklaar maken in de zomer. Je moet ze een of meer keren in de zomer terugknippen om ze steviger te maken. Ze gaan dan snel weer bloeien.
De eerste, dus originele, spectaculair donkerbladige introductie van de jaren negentig.
Deze vegetatief vermeerderde kloon die de soort populair maakte is geselecteerd op rijke bloei en een iets meer compacte bouw. Verder als de soort, dus witte vlinders met wat rood op lange slanke stelen. Ze beginnen flink op te vallen als de herfst vordert omdat ze dan het hevigst van alles wat nog bloeit, bloeien.
Inmiddels zijn er veel compactere vormen maar deze blijft een topper.
Regelmatig terugknippen maakt de plant steviger. Ze gaat dan snel weer opnieuw bloeien.
Als kleur is het een spectaculaire doorbraak, deze picotee onder de Gaura. Het feestelijke roze-rode randje maakt het voor mij een beetje bont. Maar de donker purperen knoppen en rijke bloei maken meer goed dan je lief is.
Gevonden door Hardy's en in 2008 op Chelsea geïntroduceerd.
Knip Gaura allemaal regelmatig terug ook al zijn nog niet helemaal uitgebloeid. Daarvan worden ze voller en gaan ze nog rijker bloeien.
Een statement van distinctie, deze zachte maar toch sterke, bijna struikvormende plant uit de rozenfamilie met los gepenseelde witte sterren als bloemetjes, en rode stelen.
Geneeskruid van noord Amerikaanse indianen die de wortels in september verzamelen.
Bovenal subliem plantgoed voor de onverstoorbare tuinier.
Een bijzondere roze vorm van de sprookjesachtige Indianenplant. De fijne bloemen lijken te willen wegzweven boven het rossig rode rozenblad. Dunne rode steeltjes verhinderen dat op subtiele wijze.
Sterk en makkelijk, wel aanvankelijk erg traag groeiend en misschien wat veel blad voor de prairie. Bij planten in 'drifts' of groepen zijn dat aantrekkelijke bruinrode blad en de uitbundige herfstkleur juist weer heel welkom.
Een recente introductie uit 2008. De eerste dubbelbloemige Helenium. Een modern laag en compact ras dus.
Het is een sterke, makkelijke plant voor elke standplaats met extra indrukwekkende bloemen.
Combineer dit brutale geel eens met het fijne blauw van Nepeta sibirica.
Probleemloos.
Een leuke nieuwe gevlamde vorm met wat mij betreft exact de juiste hoogte voor de borders waar ik ze in wil.
Zeer makkelijk en betrouwbaar en uitermate vrolijk.
Een spetterende schijnverschijning.
Nou, nog eentje dan, met van die gevlekte bonte bloemen, voor de lol ervan.
Het rood kan een band vormen of meer als streken verdeeld zijn.
Door de RHS na een veldproef onderscheiden.
Net zo makkelijk als de rest.
Echt stevig nazomer vuurwerk heerlijk vlammend van ver.
Die gekke naam is uit te leggen, in het kort:
Genoemd naar de Leusdense Molen waar de vinder Wilmink woont.
Inderdaad, een Nederlandse vinding.
Leuk gekrulde gele bloemblaadjes die in chocolade zijn gedoopt.
Een makkelijke plant waar ook de bijen van genieten.
Bijzonder aansprekend met talrijke relatief kleine diep donker rode bloemen met een kastanjebruin hart.
Een nieuwe relatief lage cultivar die explosief, soms wat snel verbloeit.
Makkelijk, onverwoestbaar zelfs.
Een prairieparel.
Een bijzonder lage dwergvorm, zelfs geschikt als potplant, hoewel ik dat afraad omdat ze daarvoor iets te laat bloeien.
Vroeger waren ze allemaal heel hoog, deze nieuwe generatie is geselecteerd op geringe hoogte.
Kleine diep donker rode bloemen met losstaande bloemblaadjes.
Zeer laag dus en rijk bloeiend.
En eindelijk ook dwergjes onder de zonnekruiden.
Dit is echt een kleintje. Je gelooft je ogen niet.
Nog steeds niets voor potten omdat ze daarvoor te laat bloeien. Maar zoveel te meer voor de border waar ze nu pas in het najaar echt op de voorgrond mag staan.
Net zo makkelijk.
Heel soms bloeit deze met kleine gele bloemen op het randje van de winter na een warme zomer. Laat je door foto's van de bloemen dus niet misleiden.
Het gaat hier vooral om het fijne smalle blad dat structuur brengt in de border.
Professioneel tuinieren heet dat als je dit soort trucs toepast, zeer effectvol.
Een zonnebloem zonder bloemen.
Daglelies zijn volgens een bevriende sjieke Engelse tuindame not done. Althans dat vond haar moeder. Ze zouden ordinair zijn.
Ze zijn in ieder geval gemakkelijk en onverwoestbaar en als ze niet al te bont veel kleurig zijn vind ik ze absoluut kunnen.
Zeker in zo'n classy kleur.
Bovendien zijn de bloemen eetbaar
Oorspronkelijk komt dit schatje uit de berggebieden van Noord-, Oost- en Zuid-Europa. In Nederland en België komt ze hier en daar verwilderd voor.
Het grondstandig rozet is behaard vandaar de naam Hieracium (wollig). Ze kruipt niet hinderlijk verder met wortelstokken en zaait zich sporadisch uit via schattige pluisjes.
Ze is waardplant voor Kleine Vos, Morgenrood en kleine Parelmoervlinder.
We laten ze hier ook verwilderen in een van onze biotoopjes.
Ze komt laat op en lijkt eerst een gewoon, wat traag gras met fel rode punten.
In de zomer wordt de hele plant al snel lichtgevend rood.
In groepen maakt het strijklicht van het najaar haar fenomenaal.
Voor niet te droge rijke liefst licht zure grond.
Een vroege indianenzomer.
Je mag dit pas echt zwarte bloemen noemen.
Fris groen elegant, zeer smal verticaal blad
Iris chrysographes heeft soms een dun geel netwerk op de onderkant. Verder is de bloem bijna zwart.
De rest van de Itris zijn er plomp bij.
We zaiien ze uit eigen tuin.
Net echt en pure elegantie.
Beemdkroon maakt zeer veel nectar is daarom aantrekkelijk voor bijen en vlinders.
Ze is vrijwel uit Nederland verdwenen door de stikstof depositie uit de veeteelt. In Zuid Limburg, langs rivieroevers en in de duinen is ze nog te vinden. Vroeger was ze algemeen.
De zeer zeldzame knautiabij kan niet zonder deze plant en komt alleen nog in Limburg voor.
Een kort levende vaste plant die zichzelf door uitzaaien in stand kan houden. Verwilderen dus in je prairie of vuurborder of gewoon vrolijke combinaties.
Dit bijna zuiver rood is zeer zeldzaam bij vaste planten.
De wat compactere dwergvorm zoals de naam keurig duidelijk maakt.
Uit het mediterrane Zuid Afrika deze heerlijke exoot voor gekke accentjes in je bijzonder creatieve borders.
Als zaailing gevonden in Engeland door Paul Stringer en vernoemd naar zijn vrouw die dol is op felle kleurtjes.
Zelfschonend (uitgebloeide bloemen vallen snel af) en zeer lang bloeiend.
Sprankelend.
Imposante, stevige, manshoge bloemstengels met tot 25 cm lange bloemtrossen.
Het blad komt tot ongeveer een meter.
Voor wel heel bijzonder spektakel.
Dit met van die reuze blauwe Eryngium en we hebben al een monumentaal feestje.
Op de foto in onze tuin tussen Deschampsia.
Becky stamt uit de jaren 60. Ze ontstond spontaan in een tuin en heeft sindsdien de harten van menig bloemist veroverd.
Een klassieke bloemen bloem.
Lang bloeiende cultivar op stevige weervaste stengels.
Engels: 'Shasta Daisy', naar mount Shasta in Californië. Maar dit is ook bij ons inheems en kan overal groeien.
Klassieke bloemen met een twist zijn leuk.
Deze is prima winterhard en zeer makkelijk.
Heeft een lang leven, ook in de vaas.
Vrolijk braaf vertier.
Oorspronkelijk inheems.
Het zijn ouderwetse planten met inheemse wortels. Uitstekend geschikt dus voor onze tuinen sterk en makkelijk en ook aantrekkelijk voor nuttige insecten, bijen en vlinders.
Compact en rijk bloeiend.
Half gevuld, dus nog wel met een open hart.
Het geheim van eeuwige schoonheid.
Na jaren wikken en wegen moesten we er toch maar eens aan; zo'n 'onkruidje' in ons sortiment. Ze zijn zo makkelijk, lang bloeiend en insectenvriendelijk dat we er niet onderuit komen.
Je ziet ze wel in prairietuinen, hoewel ze eigenlijk van humusrijke vochtige bodem houden verdragen ze droogte nog best goed.
Ze kan zich rijkelijk uitzaaien.