Een van de allerbeste zilverbladige longkruiden.
Diep blauwe bloemen aan korte stelen en fijn smal volledig zilver glanzend blad.
Een opvallend volle bossige plant die liever niet te diep wordt terug gesneden.
Meeldauw zagen we hier nog nooit in.
Een goede gezonde bodembedekker.
Lekker vol glimmend, super zilver.
Deze kreeg in 1999 op het Plantarium in Boskoop heel toepasselijk de zilveren medaille.
Een van de beste volledig zilverbladige vormen. Het glanst warempel in de zon.
De bloemen verkleuren van roze vrij snel naar blauw.
Glimmend van trots nog steeds.
Een zeer rijke bloeier in een aangenaam koraal rood met lang smal spits, rijk gevlekt, rechtopstaand blad.
Een vrij recente kruising met genen van Pulmonaria longifolia, de lang blad kampioen.
Geef ze een rijk plekje in de vochtige schaduw en je hebt er geen omkijken naar.
Na bijna tien jaar komen we er eindelijk aan toe deze te vermeerderen en ik werd er bovendien pas onlangs op gewezen dat longkruid erg geliefd is bij sluipwespen die luizen uitroeien.
Het kan bijna niet mooier: Vroege bloei en het hele jaar zilver bodembedekkend blad.
Tijdens het groeiseizoen staan ze graag vochtig.
Lang smal spits en duidelijk gevlekt blad, rijk bloeiend met kobalt blauwe bloemen. Een zeer goede aanvulling op ons Pulmonaria sortiment.
Longkruid is een van de beste bodembedekkers die ik ken. Het blad blijft tot december mooi gezond.
Na de bloei kan er als ze te droog staan een beetje meeldauw in komen. Snijd ze dan tot de grond terug. Ze maken heel snel weer gezond nieuw blad.
Zeer rijk bloeiend in het vroege voorjaar. Na de bloei groeit het gevlekt blad uit voor de rest van het seizoen.
Wat zwakker in de diepe schaduw. Geef ze dus eventueel wat meer zon als ze niet gezond blijven.
Onze meest geliefde witte.
Longkruid verdraagt schaduw prima. Maar staat, net als de meeste planten, als er voldoende vocht is ook graag in de zon.
Dit is een van onze favorieten vanwege de grote bleek opaal-blauwe bloemen.
Het blad heeft grote zilveren plekken.
Porselein plant.
Een Duitse cultivar met dun gevlekt zachtgroen blad en dromerige zachtroze bloemen.
Lang de beste roze naar wij dachten maar inmiddels zwaar beconcurreerd door 'Pink Haze' en 'Pierre's Pure Pink'.
Kies zelf maar.
Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Zuiver witte bloemen in het vroege voorjaar, zo rond Pasen een soort mijlpaal.
De zaden ontstaan in heerlijk warrige pluizen waar de plant nog lang sierwaarde aan ontleent.
Ze mogen graag in een soort rotsplant omgeving groeien.
Wit wildemanskruid is helemaal pluis.
Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Deze is veel verfijnder dan de andere Pycnanthemum, met haar smal geveerd blad.
Kleine knoopachtige witte bloemen in clusters, de hele zomer
dit is geen muntsoort, maar ze heeft wel een munt-geur.
Het geslacht Pycnanthemum werd vroeger tot de Mentha gerekend.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
De zoet sappige vruchten rijpen eind september en smelten quasi in je hand.
In 1820 gevonden door Bonnet uit Boulogne sur Mer en vernoemd naar
monsieur Hardy, directeur van de 'Jardin de Luxembourg' in Parijs.
Ze kan zich zelf bestuiven maar de opbrengst wordt aanzienlijk verhoogd wanneer een van de volgende rassen in de buurt staan: 'Bonne Louise d'Avranches', 'Charneux' 'Clapp's Favorite', 'Conference', 'Doyenné du Comice', 'Gieser Wildeman', 'Supertrevoux' of 'Triomph de Vienne'.
Wat mij betreft de ideale combinatie van het beste van zwarte bes en kruisbes. De vruchtgrootte houdt precies het midden. Ze rijpen in juni / juli.
Snelgroeiende struiken zonder doorns die makkelijk tot een leuk mini-boompje te snoeien zijn. Vrijwel onvatbaar voor ziekten.
Commercieel worden ze niet geteeld omdat de bessen te verspreid hangen. Thuis is dat geen probleem.
Goed gesnoeid zien ze er al snel uit als stokoude druivenstokken.
Deze recente introductie blijt laag en compact. Bovendien is ze mild van smaak waardoor ze ook vers aangenaam van smaak is.
Ze is volledig zelfbestuivend, er hoeft dus geen ander ras in de buurt te staan.
De besssen rijpen vanaf juni.
Snoepjes op peuterogenhoogte.
Grote trossen met dikke bessen.
De bessen hebben een zachte cassis smaak en vallen niet van de steel.
Handelbaar dus en zachtaardig van smaak.
Een heel goede zwarte, zo simpel is het.
Dit is geen zinkend schip maar een beste bes.
'Gloire des Sablons' is een oud (1854), maar vergeten ras met een heerlijke zachte zoete smaak. De bessen zijn zachtroze en halfdoorschijnend
We hebben grote volwassen struiken die soms dit jaar, maar zeker volgend jaar al bessen dragen. Ze rijpen vanaf eind juni.
Aalbessen zijn altijd zelfbestuivend.
Pink glory. Voor bij je champagne.
Deze nieuwe selectie is een van de beste uit het veredelingsprogramma van Lubera uit Zwitserland met als doelstellingen: grotere bessen, betere smaak en gezonde, goed opgaande struiken.
Makkelijk dus, sterk, lekker en gezond.
De bessen rijpen in juli aan lange trossen.
Ook leuk als fruithaagje.
Sappige geel witte bessen in gevulde trossen. Zoeter dan rode aalbes.
Begin juli rijpen ze.
Aan de tros zijn aalbessen wekenlang bewaarbaar.
Ze kan prima als losse struik geteeld maar produceert nog beter in rijen aan draad, plant afstand is dan: 50 tot 100 cm.
Voor de gouden eeuw van de eetbare tuin.
Deze doorbloeiende bodembedekkende roos uit 2017 heeft gezond blad.
Ze heeft weinig geur, maar compenseert dat ruimschoots met haar kleur.
Deze bodembedekkende roos bloeit van juni tot oktober met bloemen van 5 tot 8 cm. Die helaas maar lichtjes geuren.
Het blad is glanzend, donker groen en gezond.
Het kasteel in de buurt van Madrid waar ze naar is vernoemd is overigens ook een bezoekje waard.
De 10 tot 15 cm grote bloemen geuren aangenaam. Ze kunnen het in de vaas tot 10 dagen volhouden. In je tuin bloeit ze door tot oktober.
Het blad is donkergroen en goed ziekteresistent.
Steek je neus eens in een kasteeltje.
Deze in 2018 door Poulsen geintroduceerde roos heeft 10 tot 12 cm grote, sterk geurende bloemen.
Ze heeft een ouderwets romantisch, lieflijk uiterlijk.
Haar blad is gezond en glanzend diep donkergroen.