De enige Mertensia die in de vollle zon op goed doorlatende grond thuishoort. Het blad is staalblauw aan lange liggende stengels die tot 1 m2 kunnen bedekken. Het smaakt naar oester, vandaar de naam en haar toerpassing in sjieke restaurants.. De blauwe buisbloemetjes verschijnen de hele zomer verspreid door de plant.
Oorspronkelijk afkomstig van de stenige kusten van Canada, Groenland en Spitsbergen. Met de winterhardheid zit het wel goed dus.
Een archetypische vrucht die iedereen kent. (toch?) En ze bewijst dat we veel meer uit de natuur kunnen eten dan op het eerste gezicht aantrekkelijk lijkt. Je moet alleen even weten hoe. Bij de mispel weet iedereen dat ze rot moeten zijn. Maar bedoeld wordt eigenlijk; bevroren. Na een paar nachtvorsten worden ze zoet.
Het is een gemakkelijk zelfbestuivend klein boompje of struik. Een keer in de paar jaar snoeien is voldoende.
Helaas te groot voor verzending.
Rijkbloeiend, snelgroeiend en blijft lang aantrekkelijk in de herfst. De uitstraling is wat natuurlijker, wat zachter, het hoogtepunt ligt na de bloei.
Gevonden door Max Riedelsheimer en vernoemd naar een groot Duits botanicus.
Klassiek riet.
Breed blad in een stevige maar laag blijvende pol, stijf recht opgaande aren met vrij losse bloemen.
De bloemen kleuren in het najaar aangenaam stro geel.
Een plant voor vormgevers.
Lange elegant doorbuigende in warme zuchtjes wind wiegende aren heeft dit prachtige in Spanje gevonden gras.
Kan solitair of door een border geweven.
Een van de weinige grassen die ook in een mediterrane border passen.
Er zijn er al zo veel die in je prairie kunnen.
Een hele grote, uit een van onze favoriete grassen geslachten.
Lekker om solitair te plaatsen. Zorg in ieder geval dat de aren vrij staan zodat ze kunnen uitbuigen.
Waanzinnig luchtig, stoer.
Laat maar waaien.
Fijn smal donkergroen blad en zeer luchtige aren die elegant spreiden.
Het meeste effect bereik je wanneer ze vrij of in lage beplanting staan. Ze worden zo'n 40 cm breed.
Zeer makkelijk.
Je kijkt er dwars doorheen.
Heldere bloei, stijf, strak blad. Heerlijke solitair en mijn persoonlijke favoriet onder de pijnpestrootjes.
De luchtige aren bewegen subtiel met de wind mee.
Plant ze als solitair, in de border of op een eigen plekje.
Windwiegertje.
De kleur van deze nog vrij nieuwe nieuwe compacte dwerg werd ergens 'lavendelroze' genoemd zag ik. Misschien kunnen we het dan ook rozen-purper noemen? Kleuren-analfabetie is nog best wijd verspreid.
Dit is gewoon een lekker geurig dwergje met heerlijk pittige eetbare donkerroze bloemen die je uit het kroontje trekt en over je salade strooit.
Hoe moeilijk is dat?
'Beauty of Cobham' is een van de beste klassieke cultivars van Monarda. De roze bloemen met donkerrode schutbladen zijn erg mooi. Helaas wel wat meeldauw gevoelig. Zet hem midden in de border, dan zie je het niet. De plant heeft er verder weinig last van.
Monarda heet 'bergamot' vanwege de heerlijke geur die lijkt op die van Citrus bergamia. Het is een opwekkende, vrolijk makende geur. Je kunt de bloemen in salade strooien en er thee van maken.
Dit is een nog tamelijk nieuwe compacte lage vorm die zeer rijk bloeit.
Door de uitbundige bloei en bolvormige groeiwijze is ze ook geschikt als potplant.
ik raad dat af omdat ze voortreffelijker is in je border, maar het kan.
Fruitige dwergen zijn helemaal in.
Een vrij recente compacte rode met fijn donker getekend blad. Zeer laag en bolrond van vorm.
Vooralsnog volledig meeldauw vrij.
Trek de bloemen uit het bloemhoofd voor eetlust opwekkend pittig sla strooisel.
Geurig vuurwerk.
Zeer grote fruitig geurende eetbare bloemen, echt waar, kanjers!
Een nog tamelijk recente introductie uit de VS.
De donkere steel en schutblad met lichte bloemen gaan goed samen. De naam wordt regelmatig afgekort tot 'Ou Charm', vooral in Engeland.
'Oudolf's Charm' lijkt op 'Beauty of Cobham' maar dan met iets kleinere bloemen en een nog groter contrast tussen de lichte bloemen en de donkere schutbladen. Bovendien is ze iets resistenter tegen meeldauw.
Heerlijk van geur natuurlijk ook.
Aansprekende en goed combineerbare diep rode bloemen. Het bovenste blad aan de bloeistengel, kleurt mee naar rood. Soms wat gevoelig voor meeldauw.
De felste en sterkst geurende cultivar die wij kennen.
De klassieker; deze hebben we 'altijd al gehad'.
Deze uit de in 2014 geïntroduceerde semi-dwerg maakt deel uit van de 'Sugar Buzz' serie van Walters Gardens en is tot nu toe meeldauw resistent.
Ze vormt een rijk bloeiende bolronde pol.
De meeste cultivars bevatten net als deze voornamelijk Monarda didyma bloed en vereisen een tamelijk vochtige grond. Monarda fistulosa cultivars verdragen droogte beter.
Squaw' is verbeterde 'Cambridge Scarlet' voor wat meeldauw gevoeligheid betreft. Ze hebben dezelfde bloemen en ook de geur komt overeen.
De bouw van de plant is er helaas iets minder op geworden.
Goed geurend rood.
Het sierlijk lichtgroen vijgenblad verraadt verwantschap.
Vruchten beginnen groen-rood en kleuren later bijna zwart. De op bramen lijkende vruchten zijn zacht en zeer zoet. Eet ze rijp, liefst van de grond geraapt.
Een sierlijke, prima winterharde kleine boom.
Enige minpuntje is dat de vruchten vlekjes op terrasstoelkussens kunnen veroorzaken. Je luie stoel zet je beter onder een andere boom.
Deze mini moerbei gevonden door Hajime Matsunaga uit Japan, draagt over een lange periode, van eind juni tot oktober, zoete vruchtjes op eenjarig hout. Je mag haar dus ook in het voorjaar snoeien. Dat is niet altijd nodig, ze blijft vanzelf vrij compact en is, zoals alle moerbeien zelfbestuivend.
Ideaal voor wat kleinere tuinen of zelfs in pot op een balkon.
Ze is wat vorst gevoeliger dus beschut planten en in pot koel en donker in een schuurtje.
Snoepjes boompje.
Mijn grote liefde voor moerbessen ontstond op de landbouwschool waar een exemplaar met zeer grote vruchten stond.
'Wellington' is uitstekend winterhard, volledig zelfbestuivend en de grote zwarte bessen rijpen vanaf juni tot eind zomer.
Bomen met sierlijker blad ken ik niet behalve natuurlijk haar zusje Broussonetia papyrifera, de paspiermoerbei.
Roomse kervel komt oorspronkelijk uit mediterrane berggebieden. Ze komt in Nederland verwilderd voor.
Toen we nog verse kruiden aan de groothandel leverden mochten we er grote bossen van snijden. Daar werd meestal kruidenboter mee gemaakt. Het blad maakt deel uit van het Gelderse'Kruutmoes'. Ook de zaden zijn eetbaar. Als vaste plant is ze veel makkelijker dan eenjarige echte kervel. Je kunt er ook stiekem kervelsoep mee maken. Zeer geliefd bij nuttige insecten.
Sinds 1600 een van de eerste gekweekte narcissen. Ze is standvastig, sterk geurend en bloeit lang na de gewone narcissen.
Ik ben niet zo'n bloembollen fan. Maar dit is een oorspronkelijke vorm met een natuurlijke uitstraling die mij erg aanspreekt.
Wild in midden Europa, Spanje, Frankrijk tot de Oekraïne. Verwilderd in Engeland, Duitsland en zelfs België.
Misschien plant ik ze allemaal in een van mijn biotoopjes en laat ze dan ontsnappen.
Zacht fijn blad en subtiele aartjes.
Of het nu bloeit of net niet meer is slecht te zien. Dit gras ziet er altijd even geweldig uit. Ook in de winter.
Liever niet knippen, zeker niet als ze niet aan de groei zijn. Hoeft ook niet, je trekt het dorre blad er in het voorjaar makkelijk uit.
Het waait lekker met elke wind mee.
Plant het overal massaal tussen, (denk aan Echinacea en Salvia) het is heerlijk.
Waar het kan laat je de zaailingen staan.
Hier kun je op bouwen; grijzig blad, doorbloeiend, gemakkelijk.
Ik raak nog wel eens verstrikt in discussies met klanten die een lage zoeken wanneer ik deze aanbeveel boven de volgens hen lagere 'Walkers Low'. 'Six Hills Giant' is lager, groeit meer in de breedte en heeft een iets zachtere kleur. 'Walkers Low' is vernoemd naar een tuin met die naam.
Als de bloei wat minder wordt; afknippen tot de grond, dan beginnen ze opnieuw. Dat kan wel drie keer per jaar.
'Bramdean' is een wat hogere cultivar van kattenkruid met extra lange bloeisteggels.
Knippen geeft herbloei.
Super sterk en makkelijk snel vullend.
Wij adviseren Nepeta als alternatief voor lavendel in de halfschaduw.